44 - Neem mijn leven, laat het, Heer | ![]() | |
1 |
Neem mijn leven, laat het, Heer, Toegewijd zijn aan Uw eer. Maak mijn uren en mijn tijd Tot Uw lof en dienst bereid, Tot Uw lof en dienst bereid. |
|
2 |
Neem mijn handen, maak ze sterk, Trouw en vaardig tot Uw werk. Maak dat ik mijn voeten zet Op de wegen van Uw wet, Op de wegen van Uw wet. | |
3 |
Neem mijn stem, opdat mijn lied U, mijn Koning, hulde biedt. Maak, o Heer, mijn lippen rein, Dat zij Uw getuigen zijn, Dat zij Uw getuigen zijn. | |
4 |
Neem mijn zilver en mijn goud, Dat ik niets aan U onthoud. Maak mijn kracht en mijn verstand Tot een werktuig in Uw hand, Tot een werktuig in Uw hand. | |
5 |
Neem mijn wil en maak hem vrij, Dat hij U geheiligd zij. Maak mijn hart tot Uwe troon, Dat Uw Heilge Geest er woon', Dat Uw Heilge Geest er woon'. | |
6 |
Neem mijn zonden en mijn schuld In 't beleid van Uw geduld. Maak dat ik, opstandig kind, Steeds de weg tot U hervind, Steeds de weg tot U hervind. | |
7 |
Neem, o Trooster, mijn verdriet, Gij veracht mijn tranen niet. Maak dat ook in mij Uw kracht Steeds in zwakheid wordt volbracht, Steeds in zwakheid wordt volbracht. | |
8 |
Neem en weeg mijn staat en stand In de weegschaal van Uw hand. Maak dat ik in deemoed leer Knecht te zijn, als Gij, o Heer, Knecht te zijn, als Gij, o Heer. | |
9 |
Neem en zegen alle vreugd, Al 't geluk dat mij verheugt. Maak dat ik mij nimmer schaam Mens te wezen in Uw Naam, Mens te wezen in Uw Naam. | |
10 |
Neem ook mijne liefde, Heer, 'k Leg voor U haar schatten neer. Neem mijzelf en voor altijd Ben ik aan U toegewijd, Ben ik aan U toegewijd. | |
(De verzen 6 t/m 9 zijn er later in het Liedboek voor de kerken aan toegevoegd en komen alleen daarin voor.) |