518 - De vuurtoren aan de kust | ![]() |
Vers 1 |
|
F C7 F Gm C7 F Aan eenza-me kust staat een toren, F7 Bes Besdim Bes F Bes F Gebouwd op on-wrikbare rots. D Gm Zijn licht straalt zo zacht C7 F In duistere nacht. Dm G7 C Hij is schoon als een kandelaar Gods. | |
Refrein | |
C7 F C C7 F O ziel, wees een lamp Des C Of kand'laar vol licht, F7 Bes F C C7 F Die stralen werpt ver o-ver zee. | |
Vers 2 | |
Geen stormwind noch vloed kan hem deren. Fier zendt hij zijn licht over zee. De schepen in nood Redt hij van de dood, En leidt ze naar veilige ree. | |
Vers 3 | |
Zo menige ziel gaat verloren, Lijdt schipbreuk op des levens zee, Drijft heen als een wrak, Omdat hem ontbrak Het licht, dat hem schenken kon vree. | |
Vers 4 | |
Laat helder uw lamplicht weer schijnen. Red zondaars, in d' uiterste nood. O, hoor naar Gods stem. Win zielen voor Hem. Straks wacht u een loon, wondergroot. |