509 - Het Woord van God | ![]() |
Vers 1 |
|
Bes Es Bes Het Woord van God gelijkt een licht, F Es Bes Dat straalt van 's Vaders aan-ge-zicht. Es Het werpt Zijn schijnsel op het pad, C F C7 F7 Dat heenleidt naar de gouden stad. | |
Refrein | |
Bes Het Woord van God is vol van kracht. F7 Het straalt als sterlicht in de nacht. Schoon 't gans heelal eens zal vergaan, Bes Fdim F7 Het Woord van God blijft eeuwig staan. Bes Onwrikbaar staat die sterke Rots, D D7 Gm Te midden van het golfgeklots. Es Besdim F7 Es6 Bes Hoe hoog de zeeën mo-gen gaan, F F7 Bes Het Woord van God blijft steeds bestaan. | |
Vers 2 | |
Het Woord van God gelijkt een zwaard, Dat 't zondaarshart doorboort op aard'; 't Gelijkt een hamer, die met kracht De rotsen splijt van satans macht. | |
Vers 3 | |
Het Woord van God gelijkt een vuur, Dat 't kaf verteert, van uur tot uur, Opdat het koren, schoon en vrij, Voor satans macht beveiligd zij. | |
(In het refrein hoort men boven de melodie nog een extra stem.) |