497 - O, heerlijk Golgotha | ![]() | |
1 |
Eens was 'k gebonden in wereldse lust, Maar Jezus redde mij, Maakte mij vrij, schonk mij vrede en rust. O, welk een Vriend is Hij! |
|
Refrein |
O, heerlijk Golgotha! O, heerlijk Golgotha! Waar mijn zonden verzoend zijn, mijn schuld is betaald. O, heerlijk Golgotha! | |
2 |
'k Zie nu mijn zonden genageld op 't kruis, Want Hij vergaf ze mij. 'k Ben nu op weg naar het hemels tehuis. Dat maakt mijn ziel zo blij. | |
3 |
Droef is de ziel die de Heiland niet kent, In zondenood verward. Maar als de zondaar tot Jezus zich wendt, Straalt zonschijn weer in 't hart. | |
4 |
'k Weet mij een kind van mijn Heiland te zijn, Verlost door 's kruises Bloed. 'k Geef gans mijn leven aan Hem, die mij mint. 'k Dien Hem met blij gemoed. |