449 - De Goede Herder | ![]() | |
1 |
Jezus, de Heer is mijn Herder! Hij leidt mij zacht In de vallei der genade, Waar 't zonlicht lacht. Helder groen zijn daar de velden. Fris is het stromend nat. Bloemen, welriekend en fleurig, Bloeien langs heg en pad. |
|
Refrein |
Jezus, de goede Herder, Houdt dag en nacht getrouw de wacht. Komt toch tot Hem! Hoort naar Zijn stem! Kom, dolend schaap, tot Hem! | |
2 |
Jezus, de Heer is mijn Herder! Hij zorgt voor mij, Draagt mij door struiken en doornen. Zo goed is Hij! Teder bewaart Hij Zijn kudde, Gaat voor Zijn schapen heen, Wijst ze de weg naar de hemel. Nimmer laat Hij ze alleen. | |
3 |
Jezus, de Heer is mijn Herder! Hij voert mij stil Door de woestijn van het leven, Gelijk Hij wil! Veilig zal Hij mij geleiden, Straks door de doodsjordaan. Nimmer behoef ik te vrezen, Als 'k aan Zijn hand mag gaan. |