392 - Kerstliedje | ![]() | |
1 |
Wat een vreugd, daar is een Kind geboren, Ginds, in de stal van Bethlehem. Gans de wereld buigt zich aan Zijn voeten, En ook de kind'ren eren Hem. |
|
Refrein |
O, laat ons gaan naar Bethlehem, tot Jezus, Tot Jezus, tot Jezus. Hij daalde neer om ons te redden van de zonde. Ere zij Zijn heil'ge Naam. Ere, eer Zijn heil'ge Naam. | |
2 |
Hoor het eng'lenlied ruist door de velden. Het zingt zo schoon van Vreed' op aard. In de mens heeft God een welbehagen, In Jezus thans geopenbaard. | |
3 |
Laat ons met de herders nederknielen, Aanbidden d' eengeboren Zoon, Die, om arme zondaars te verlossen, Verliet Zijn koninkrijk en troon. | |
(De in rood vermelde tekst is de tekst van de tegenzang.) |