347 - Ere zij onze Koning
 
1 Ere zij onze Koning,
Jezus, Gods een'ge Zoon,
Die tot ons nederdaalde,
Van 's Vaders heil'ge troon.
Jezus, de Zoon des mensen,
Vol van genaad' en kracht,
Werd in een stal geboren
Eens in die heil'ge nacht.
 
Refrein Ere zij God, vreed' op aarde!
Ere zij God!
Ere zij God, vreed' op aard'!
Hoort d' engelen zingen op blijde toon:
„God heeft in mensen behagen,
„God heeft in mensen een welbehagen,
Zond tot redding ons Zijn Zoon.” (O prijst de Heer)
Zond tot redding ons Zijn Zoon.”
Lieflijke Sterre van Bethl'hem,
Lieflijke Sterre,
Lieflijke Ster van Bethlehem,
Straal in mijn hart, o licht van omhoog.
Dat d' aarde zich koest're in Uw stralen!
Schijn tot in de diepste dalen.
Ere zij de Zone Gods,
Ja, nu en tot in eeuwigheid!
Geprezen zij Zijn Naam,
Ja, tot in eeuwigheid!
 
2 Ere de Vorst des levens,
Bronwel van vreed' en kracht.
Jezus, de Vriend der mensen,
Heeft ons Gods heil gebracht,
Kwam tot de donk're wereld,
Droeg onze straf aan 't kruis,
Heeft ons de weg geopend
Tot 't hemels Vaderhuis.
 
3 Glorie zij 't Kind van Bethl'hem!
Liefde, oneindig groot,
Drong Hem zichzelf te off'ren
Voor 's mensen zielenood.
Voor ons gaf Hij Zijn leven,
Stortte op 't kruis Zijn Bloed.
Jezus, de Zoon des mensen,
Heeft onze schuld geboet.
 
(De in rood vermelde tekst is de tekst van de tegenzang.
De in groen vermelde tekst is een tweede tegenzangpartij.)