340 - Gevormd naar Zijn beeld | ![]() |
Vers 1 |
|
F F7 Bes F Mijn ziel verblijdt zich, dat mijn God, C7 F Mijn zorgen en mijn smarten kent, Dm En dat ik eens aan 't eind der baan, Bes F C7 F Het doel van 't lijden zal verstaan. | |
Refrein | |
F C7 Mijn Vader, neen (mijn Vader, neen), F vergist zich niet (vergist zich niet), C7 Hij schenkt mij vreug- (Hij schenkt mij vreugd) F de en verdriet (vreugd en verdriet). Zijn trouwe hand (Zijn trouwe hand) F7 Bes verwondt en heelt (verwondt en heelt), Besm F G C7 F Op-dat 'k gevormd word' naar Zijn beeld. | |
Vers 2 | |
't Verblijdt mij dat mijn Vader weet, Dat ik tot 't eind getrouw wil zijn, En daartoe alles dragen wil, Wat Hij mij oplegt, groot of klein. | |
Vers 3 | |
Ja, 'k ben verblijd, dat Hij mij leidt, Langs afgrond diep, naar d' overzij, Mijn tranen telt, mijn lasten draagt, O, welk een trouwe Vriend is Hij. |