262 - Zend mij, Heer! | ![]() | |
1 |
Hoort, de Heer des oogstes roept zo dringend. Wilt gij heden uitgaan voor uw Heer? Wilt gij zielen winnen voor Zijn glorie, Leven voor Zijn Koninkrijk en eer? |
|
Refrein |
Zend mij, Heer (zend mij, Heer). Ik wil gaan (ik wil gaan)! Spreek en ik wil volgen U altijd (ja voor altijd). Zend mij, Heer (zend mij, Heer). Ik wil gaan En U dienen tot in eeuwigheid (zend mij, Heer). | |
2 |
Jezus zoekt thans werkers in Zijn wijngaard, Die vervuld zijn met de Geest van God, Die bereid zijn voor hun Heer te sterven, Te verdragen tegenstand en spot. | |
3 |
Zijt gij gans en al met Hem gekruisigd? Is uw leven Jezus toegewijd? Legt gij op het altaar al uw wensen? Zijt gij waarlijk voor Zijn komst bereid? | |
4 |
Laat uw lampje brandende steeds wezen. Draag de heil'ge olie in uw vat. Jezus spreekt: Werk heden in Mijn wijngaard, Wees een licht op 's mensen duister pad. |