118 - Neemt de harpen van de wilgen | ![]() |
Vers 1 |
|
D G D Neemt de harpen van de wilgen. Em7 A D Zingt een lied op blijde toon. G D Laat ons met de eng'len juichen. Em7 A D Zingt ter ere van Gods Zoon! | |
Refrein | |
A A7 D A7 D Jezus heeft de macht verworven A A7 D A Over duivel, zond' en dood. A7 D A7 D Laat ons stemmen onze harpen. Em Ddim7 D A7 D Maakt de Naam des Heren groot! | |
Vers 2 | |
Jezus Christus wil u gorden Met de gaven van Zijn Geest. Als in tijden, lang vervlogen, Schenkt Hij u een Pinksterfeest. | |
Vers 3 | |
Neemt de harpen van de wilgen. Lofzang troost het moede hart. Blijf op Jezus' Bloed vertrouwen. Hij geeft Psalmen in de nacht. |