91 - De schoonste dag | ![]() | |
1 |
Gezegend zij de dag, Toen 'k Jezus' schoonheid zag, Zijn aangezicht zo mild en rein. Toen week de donkerheid Voor 's Heren heerlijkheid, En 'k gaf mij over om Zijn kind te zijn. |
|
Refrein |
O, dag van liefd' en vree, Oneindig als de zee, Toen 'k wist: mijn zonden zijn gedelgd door Jezus' Bloed. Voorbij was al mijn strijd, En 'k zag Gods zaligheid, En vol van vreugde knield' ik neer aan Jezus' voet. | |
2 |
O, dag van rein genot, Waarop 'k, verzoend met God, Zijn liefde voelde in mijn hart. De duisternis was heen. 'k Zag Jezus' licht alleen. Voorbij was al mijn worstelen en smart. | |
3 |
Nu wandel 'k aan Zijn hand Naar 't eeuwig Vaderland. Het oude is nu afgedaan. In Jezus ben ik vrij. Dat maakt mijn hart zo blij. In Zijn Naam kan ik satans macht weerstaan. |