86 - Jezus, Gij Lam van God | ![]() | |
1 |
Jezus, Gij Lam van God, 'k nader tot U. Reinig mijn moede hart van zonde nu. 'k Strek thans de handen uit naar brood en wijn. Laat mij, o Heiland, gans de Uwe zijn. |
|
2 |
't Lichaam gebroken, Heer, door mijne schuld. Lijden en smaad droegt Gij met teer geduld. 't Bloed, eens gestort voor mij, maakte mij vrij. Ere zij 't Godd'lijk Lam, gekruisd voor mij. | |
3 |
Ruis, Heil'ge Geesteswind met teer geluid. Nader, o Bruidegom, nu tot Uw bruid. Zegen Uw volk, o Heer, 't knielt Voor U neer. Jezus, Uw Bruidsgemeente brengt U eer. | |
4 |
't Teken van brood en wijn, zinn'beeld zo rein. Christus in ons en wij voor eeuwig Zijn. Gij zijt de wijnstok Heer, ik ben Uw rank. O, dierbaar Lam van God, heb eeuwig dank. |