73 - Gegroet, o dierbare Hemelvorst | ![]() | |
1 |
Gegroet, o dierb're Hemelvorst, verrezen uit het graf. Gegroet Gij Heiland, die voor ons, Uw heilig leven gaf. Wij knielen in aanbidding neer, voor Jezus onze Heer, En wijden Hem ons leven toe, voor eeuwig, tot Zijn eer. |
|
Refrein |
Hij leeft (Hij leeft), Hij leeft (Hij leeft)! Ik weet dat mijn Verlosser leeft. Hij leeft! Halleluja! | |
2 |
Geloofd zij Jezus, onze Heer, die boette onze schuld. Aan 't ruwe kruis op Golgotha heeft Hij Gods Wet vervuld. Geopend is de hemelpoort, voor zondaars zoals wij. In Jezus wonden rust mijn ziel, van zond' en lasten vrij. | |
3 |
Ja, lof en eer zij toegebracht, de God, die voor mij stierf, En door Zijn offer, uit gena, m' een levenskroon verwierf. Gezeten aan Gods rechterhand, bidt Gij thans voor Uw kind, Dat zwak en hulp'loos op U ziet, en U van harte mint! |