35 - Doe wat gij kunt | ![]() |
Vers 1 |
|
Bes Besdim7 Es6 Bes Hoor naar des Meesters stem. Es F7 Es Bes Doe wat gij kunt. F7 Bes Arbeid alleen voor Hem. F C7 F7 Doe wat gij kunt. Bes Besdim7 Es6 Bes Wijd Hem uw klein talent. F Bes Es Geef Hem de eer! F7 Es Bes Besdim7 Bes Cm7 F7 Bes Werk niet om 's men - sen lof, maar voor uw Heer. | |
Refrein | |
F7 Fdim7 F7 Bes Es Bes Ie-der werk voor Jezus draagt veel vrucht. F7 Fdim7 F7 Gm Es D Wijd Hem alles zonder klacht of zucht. Bes Besdim7 Es6 Bes Hebt gij slechts één talent? F7 Bes Es Doe wat gij kunt! F7 Es Bes Besdim7 Bes 't Oog slechts op Hem ge - wend! Cm7 F7 Bes Doe wat gij kunt! | |
Vers 2 | |
't Brood in des Meesters hand, 't Visje zo klein, Zal onder Zijn gena Gezegend zijn. Is uwe kracht gering? Faalt 't u aan moed? Geef Hem uw al en Hij maakt alles goed. | |
Vers 3 | |
Werk, want de nacht valt dra. Doe wat gij kunt. Sta in des Heren kracht. Doe wat gij kunt. Straks, in Gods heerlijkheid, Wacht u de kroon. Uit Jezus' hand ontvangt gij dan uw loon. |